Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen Antwerpen
TUCHTREGLEMENT
Art. 1
Met de handhaving van de tucht zijn belast: de directeur en de verantwoordelijk vicaris voor de opleidingen.
Art. 2
De sancties zijn: a) de blaam; b) de ontzegging van het recht of één of meerdere onderwijsactiviteiten te volgen; c) de tijdelijke wegzending; d) de uitsluiting van deelname aan de examens; e) de definitieve uitsluiting.
Art. 3 Samenstelling van de tuchtcommissie.
De tuchtcommissie bestaat uit de directeur die tevens als voorzitter van de commissie handelt, een docent aangewezen door de directeur, de ombudspersoon, twee studenten uit de opleiding van de betrokken student waarvan één door deze wordt voorgedragen en de andere door de ombudspersoon.
Deze commissie moet worden samengeroepen als de betrokken student hierom verzoekt.
Art.4 De blaam.
De blaam wordt, met motivering, uitgesproken door de directeur op basis van het tuchtreglement en wordt schriftelijk bevestigd.
Art. 5 Ontzegging of tijdelijke wegzending.
§1 – De sancties, bepaald in art.2 onder b en c, worden door de directeur uitgesproken, nadat hij, indien de betrokken student daar althans om heeft verzocht, het advies van de tuchtcommissie heeft ingewonnen.
§2 – De student kan binnen de acht dagen na de kennisgeving van de sanctie volgend op de kennisgeving, de directeur schriftelijk verzoeken om zijn beslissing te herzien of, indien dit nog niet gebeurde, verzoeken de tuchtcommissie samen te roepen met een vraag tot herziening. Hiervoor dient hij zich te steunen op nieuwe en goede argumenten.
§3 – Indien directeur, in samenspraak met de verantwoordelijk vicaris, of de tuchtcommissie, tot het besluit is gekomen de eerder genomen beslissing niet te herzien, kan de student hiertegen schriftelijk beroep aantekenen bij de secretaris van de raad van bestuur, per aangetekend schrijven, binnen de vier werkdagen na de uitspraak van de directeur of de tuchtcommissie.
De raad van bestuur dient binnen de vier werkdagen na het aantekenen van beroep een beroepscommissie samen te stellen, die minstens uit drie en hoogstens uit vijf leden bestaat en waarvan de voorzitter van het Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen de voorzitter is. De uitspraak van deze beroepscommissie is definitief en bindend.
Art.6 Uitsluiting.
§1 – De sancties bepaald in art. 2 onder d en e worden uitgesproken door de voorzitter van het Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen Antwerpen, nadat deze kennis heeft genomen van het verslag van de directeur die, als de betrokken student erom heeft verzocht, de tuchtcommissie moet hebben gehoord, of van het verslag van de examencommissie, wanneer het gaat over ongewettigde afwezigheden voor het afleggen van examens, of bij onregelmatigheden en fraude.
§2 – Voor het verzoek tot herziening van de genomen beslissing en het aantekenen van beroep geldt hetzelfde verloop zoals voorzien in art. 5 §§2-3.
Art. 7
Geen enkele sanctie kan worden uitgesproken zonder dat de betrokken student is gehoord en de gelegenheid heeft gekregen om zich te verdedigen. Hij mag zich door een vertrouwenspersoon naar keuze laten bijstaan die geen besturende, docerende of stage-begeleidende functie heeft in het instituut.
HIGW Antwerpen
8 september 2018