Naamloos › Forums › Inleiding Bijbel – OT › enkele vragen voor vragenuurtje
- Dit onderwerp bevat 1 reactie, 2 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 2 jaren, 3 maanden geleden door
Myriam Smits.
-
AuteurBerichten
-
25/10/2020 om 11:52 #3012
IsabelKindt
Deelnemerbeste
Bij de bijbelinterpretaties ontstond in de verlichting de historisch-kristische exegese als ik het goed begrijp. Men gaat kijken naar hoe tekst is ontstaan van de 1e 5 boeken.
Historisch staat dan voor diachronisch, doorheen de tijd, focus op ontstaansgeschiedenis? Is dit dan Sitz im Leben, de plaats (context) waaruit tekstgeheel is ontstaan?
En kritische is dan synchrone benadering, zoals tekst nu voor ons ligt en verstaan we hieronder dan de formgeschichte, het kijken naar de vorm en de redactiegeschiedenis?Dit is me nog niet helemaal duidelijk.
Verwacht u dat we de data van de bijbelvertalingen weten, of is het voldoende te weten dat er protestantse, katholieke en oecumenische zijn?
Is het extra leesmateriaal ook verplichte leerstof?
Alvast bedankt
Mvg
Isabel04/11/2020 om 14:28 #3058Myriam Smits
Moderator- Het extra materiaal is geen leerstof voor het examen van 18 en 20 november aanstaande.
- Het is voldoende te weten dat de Statenvertaling bijvoorbeeld een protestantse vertaling is en de Petrus Canisus een katholieke. Je hoeft niet de data te kunnen reproduceren.
- Historisch slaat op de ontstaansgeschiedenis van de tekst. Kritisch op de houding van benaderen, namelijk op dezelfde manier als klassieke teksten. Diachroon en synchroon verwijst naar het component tijd, namelijk diachroon is door heen de tijd, synchroon is de tekst zoals die vandaag voor ons ligt. Als je een bijbeltekst bestudeert volgens de historisch kritische methode dan doorloop je een aantal fase:
1. tekstkritiek
2. taalkundige en semantische analyse, waarbij gebruik wordt gebruikt van historische filologie (taalkunde met aandacht voor de veranderingen binnen de taal)
3. literaire kritiek om vast te stellen uit welke teksteenheden de tekst bestaat en de samenhang van de teksten
4. op basis van doubletten, onverenigbare verschillen en andere aanduidingen nagaan op welke bronnen de teksten eventueel teruggaan (bronnenkritiek)
5. vaststellen van een literair genre en op basis van het literair genre trachten te bepalen uit welk milieu de tekst stamt (Sitz im Leven), welke karaktertrekken eigen zijn aan dit literair genre en hoe dit genre zich heeft ontwikkeld (Formgeschichte)
6. onderzoek van de tradities wat resulteert in het plaatsen van een tekst in een traditiestroom (tradiitiekritiek)
7. onderzoek van de redactie van de tekst: welke veranderingen heeft de tekst ondergaan vooraleer ze haar uiteindelijke vorm kreeg (redactiekritiek)
Bij teksten die over een historische gebeurtenis handelen of tot een historisch genre behoren wordt de literaire kritiek aangevuld door een historische kritiek (wat is het historisch belang van de tekst)
Al deze fasen hebben dus aandacht voor (het ontstaan van) de tekst doorheen de tijd.
-
AuteurBerichten
- Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.